Language/Swedish/Vocabulary/Body-parts/nl
Lichaamsdelen in het Zweeds[bewerken | brontekst bewerken]
Welkom bij deze les Zweeds voor complete beginners. In deze les zullen we ons richten op het leren van de namen van verschillende delen van het lichaam in het Zweeds en hoe we ze kunnen gebruiken in zinnen. Laten we beginnen!
Hoofd[bewerken | brontekst bewerken]
Laten we beginnen met het hoofd. Hieronder vind je een tabel met Zweedse woorden voor verschillende lichaamsdelen van het hoofd, hun uitspraak en de Nederlandse vertaling.
Zweeds | Uitspraak | Nederlands |
---|---|---|
huvud | ['hʉːvɵd] | hoofd |
ögon | ['øːɡɔn] | ogen |
näsa | ['nɛːsa] | neus |
mun | [mʉːn] | mond |
öra | ['øːra] | oor |
tand | [tanːd] | tand |
tunga | ['tɵŋːa] | tong |
Voorbeeldzin:
- Jag har ont i huvudet. (Ik heb hoofdpijn.)
Borst en buik[bewerken | brontekst bewerken]
Laten we nu naar de borst en buik kijken. Hieronder vind je een tabel met Zweedse woorden voor verschillende lichaamsdelen van de borst en de buik, hun uitspraak en de Nederlandse vertaling.
Zweeds | Uitspraak | Nederlands |
---|---|---|
bröst | [brœst] | borst |
mage | ['maːɡɛ] | buik |
rygg | ['rʏɡː] | rug |
Voorbeeldzin:
- Min mage är hungrig. (Mijn buik is hongerig.)
Armen en benen[bewerken | brontekst bewerken]
Laten we nu kijken naar de armen en benen. Hieronder vind je een tabel met Zweedse woorden voor verschillende lichaamsdelen van de armen en benen, hun uitspraak en de Nederlandse vertaling.
Zweeds | Uitspraak | Nederlands |
---|---|---|
arm | [arːm] | arm |
hand | [hɑːnd] | hand |
finger | ['fɪŋːɛr] | vinger |
ben | [beːn] | been |
fot | [fɔt] | voet |
tå | [toː] | teen |
Voorbeeldzin:
- Jag har ont i benet. (Ik heb pijn in mijn been.)
Conclusie[bewerken | brontekst bewerken]
Dat was het voor deze les Zweeds. We hebben geleerd hoe we verschillende lichaamsdelen in het Zweeds kunnen benoemen en hoe we ze kunnen gebruiken in zinnen. Oefen deze woorden en zinnen regelmatig om je Zweeds te verbeteren!