Language/Standard-arabic/Grammar/Personal-pronouns/nl

Uit Polyglot Club WIKI
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
This lesson can still be improved. EDIT IT NOW! & become VIP
Rate this lesson:
0.00
(0 stemmen)

Arabic-Language-PolyglotClub.png
Standaard ArabischGrammatica0 tot A1 CursusPersoonlijke voornaamwoorden

Inleiding[bewerken | brontekst bewerken]

Welkom bij de les over persoonlijke voornaamwoorden in het Standaard Arabisch. Deze les is bedoeld voor beginners die kennis willen maken met de basisgrammatica van de Arabische taal. Deze les is een onderdeel van de cursus "Complete 0 tot A1 Standaard Arabisch Cursus". In deze les, leer je verschillende onderwerps- en lijdende voornaamwoorden in het Arabisch.

Onderwerp- en lijdende voornaamwoorden[bewerken | brontekst bewerken]

In het Standaard Arabisch, zijn er verschillende onderwerp- en lijdende voornaamwoorden. Deze voornaamwoorden worden gebruikt om het onderwerp en het lijdend voorwerp aan te geven in een zin.

Onderwerpvoornaamwoorden[bewerken | brontekst bewerken]

In het Arabisch, zijn er zes verschillende onderwerpvoornaamwoorden:

Standaard Arabisch Uitspraak Nederlands
أَنَا ana ik
أَنْتَ anta jij (mannelijk enkelvoud)
أَنْتِ anti jij (vrouwelijk enkelvoud)
هُوَ huwa hij
هِيَ hiya zij
نَحْنُ nahnu wij

Lijdende voornaamwoorden[bewerken | brontekst bewerken]

In het Arabisch, zijn er zes verschillende lijdende voornaamwoorden:

Standaard Arabisch Uitspraak Nederlands
ي -hu hem
هَا -ha haar
هُمَا -humā hen (mannelijk en vrouwelijk enkelvoud)
هُمْ -hum hen (mannelijk meervoud)
هُنَّ -hunna hen (vrouwelijk meervoud)
نَحْنُ -nā ons

Voorbeelden[bewerken | brontekst bewerken]

Hier zijn enkele voorbeelden van hoe onderwerp- en lijdende voornaamwoorden worden gebruikt in zinnen:

  1. أنا طالب. (ana ṭālib.) - Ik ben een student.
  2. هي تعمل في المستشفى. (hiya taʿmal fī al-mustashfā) - Zij werkt in het ziekenhuis.
  3. هم يدرسون اللغة العربية. (hum yadrusūn al-lughah al-ʿarabiyyah) - Zij studeren de Arabische taal.
  4. أحبك. (uḥibbuka) - Ik hou van jou.
  5. تحبها. (tuḥibbuhā) - Jij houdt van haar.
  6. يحبونا. (yuḥibbūnā) - Zij houden van ons.

Conclusie[bewerken | brontekst bewerken]

In deze les heb je geleerd over de verschillende onderwerp- en lijdende voornaamwoorden in het Standaard Arabisch. Door deze voornaamwoorden te begrijpen, kun je makkelijker communiceren in het Arabisch en je begrip van de taal vergroten.

Inhoudsopgave - Standaard Arabische cursus - 0 naar A1[brontekst bewerken]


Introductie tot het Arabische schrift


Zelfstandige naamwoorden en geslacht in het Arabisch


Werkwoorden en vervoeging in het Arabisch


Cijfers en tellen in het Arabisch


Alledaags Arabisch vocabulaire


Voedsel en drank vocabulaire


Arabische gebruiken en tradities


Arabische muziek en entertainment


Bijvoeglijke naamwoorden in het Arabisch


Voornaamwoorden in het Arabisch


Voorzetsels in het Arabisch


Interrogatieven in het Arabisch


Bijwoorden in het Arabisch


Vervoersvocabulaire


Winkelen en geldvocabulaire


Arabische literatuur en poëzie


Arabische kalligrafie en kunst


Weervocabulaire


Voorwaardelijke zinnen in het Arabisch


Passieve stem in het Arabisch


Relatieve zinnen in het Arabisch


Arabische bijvoeglijke naamwoorden en zelfstandige naamwoorden


Arabische cinema en TV


Arabische mode en schoonheid


Sport- en vrijetijdsvocabulaire


Andere lessen[bewerken | brontekst bewerken]


Contributors

Maintenance script


Create a new Lesson