Language/Serbian/Grammar/Verbs:-Reflexive-Verbs/nl
Wat zijn wederkerende werkwoorden?[bewerken | brontekst bewerken]
Wederkerende werkwoorden zijn werkwoorden waarbij het onderwerp en het lijdend voorwerp hetzelfde zijn. In het Servisch worden deze werkwoorden aangeduid met de reflexieve voornaamwoorden "sebe", "se" of "si".
Bijvoorbeeld:
- "Ja perem kosu" (Ik was mijn haar) wordt "Ja perem svoju kosu" (Ik was mijn eigen haar) als we het reflexieve voornaamwoord "svoju" toevoegen.
Het gebruik van reflexieve voornaamwoorden[bewerken | brontekst bewerken]
Het reflexieve voornaamwoord wordt gebruikt om aan te geven dat het onderwerp van de zin ook het lijdend voorwerp is. Het voornaamwoord is afhankelijk van het geslacht en het aantal van het onderwerp.
Hieronder staan de reflexieve voornaamwoorden voor de verschillende persoonlijke voornaamwoorden:
Onderwerp | Reflexief voornaamwoord |
---|---|
Ja | sebe |
Ti (enkelvoud) | sebe |
On/Ona/Ono | sebe |
Mi | sebe |
Vi | sebe |
Oni/One/Ona | sebe |
Bijvoorbeeld:
- "Ja perem kosu" (Ik was mijn haar) wordt "Ja perem svoju kosu" (Ik was mijn eigen haar).
- "On gleda sebe u ogledalu" (Hij kijkt naar zichzelf in de spiegel).
Werkwoorden met reflexieve voornaamwoorden[bewerken | brontekst bewerken]
Hieronder staan enkele werkwoorden die vaak voorkomen in combinatie met reflexieve voornaamwoorden:
- Buditi se (wakker worden)
- Oblačiti se (zich aankleden)
- Prati se (zich wassen)
- Sušiti se (zich afdrogen)
- Umivati se (zich wassen)
Bijvoorbeeld:
- "Ja se budim u 6 sati" (Ik word wakker om 6 uur).
- "Ona se oblači za večeru" (Ze kleedt zich aan voor het diner).
Oefeningen[bewerken | brontekst bewerken]
Vertaal de volgende zinnen naar het Servisch:
- Ik was mijn handen.
- Hij kleedt zich aan.
- Zij wast haar gezicht.
Antwoorden:
- Ja perem ruke.
- On se oblači.
- Ona se umiva.
Samenvatting[bewerken | brontekst bewerken]
In deze les heb je geleerd over reflexieve voornaamwoorden in het Servisch. Je weet nu hoe je deze voornaamwoorden moet gebruiken en hebt enkele veelvoorkomende werkwoorden gezien die ermee samengaan.
Andere lessen[bewerken | brontekst bewerken]
- 0 to A1 Course
- Complete 0 tot A1 Servische Cursus → Grammatica → Werkwoorden: Tegenwoordige Tijd
- Complete 0 tot A1-cursus → Grammatica → Werkwoorden: Perfectief en Imperfectief
- Complete 0 tot A1 Servisch → Grammatica → Werkwoorden: Toekomstige Tijd
- Cursus 0 tot A1 → Grammatica → Zelfstandige naamwoorden: Geslacht en Aantal
- Complete 0 tot A1 Servisch Course → Grammatica → Gevallen: Nominatief en Accusatief
- Complete 0 tot A1 Servisch → Grammatica → Werkwoorden: Verleden Tijd
- Complete 0 tot A1 Servische Cursus → Grammatica → Bijvoeglijke naamwoorden: Vergrotende en overtreffende trap
- Complete 0 tot A1 Servische Cursus → Grammatica → Werkwoorden: Imperatief
- Complete 0 tot A1 Servisch Course → Grammatica → Voornaamwoorden: Persoonlijke Voornaamwoorden