Language/Thai/Grammar/Verb-'To-Be'/nl

Uit Polyglot Club WIKI
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
This lesson can still be improved. EDIT IT NOW! & become VIP
Rate this lesson:
0.00
(0 stemmen)

Thai-Language-PolyglotClub.png
ThaiGrammaticaComplete 0 tot A1 Thai CursusWerkwoord 'Zijn'

Werkwoord 'Zijn'[bewerken | brontekst bewerken]

Welkom bij deze les over het Thaise werkwoord 'zijn'. Dit is een belangrijk werkwoord om te leren in het Thais, omdat het vaak wordt gebruikt in zinnen. In deze les leer je hoe je dit werkwoord op de juiste manier gebruikt in Thaise zinnen.

'Zijn' in het Thais[bewerken | brontekst bewerken]

In het Thais is het werkwoord 'zijn' 'เป็น' (ben). Het wordt gebruikt om de verbinding tussen twee dingen of ideeën aan te geven. Het wordt ook vaak gebruikt om beroepen, nationaliteiten en leeftijden te beschrijven.

Hieronder staan ​​enkele voorbeelden van hoe het werkwoord 'zijn' wordt gebruikt in het Thais:

Thai Uitspraak Nederlands
ฉันเป็นคนไทย chǎn bpen khon thai Ik ben een Thai persoon.
เขาเป็นครู khǎo bpen khruu Hij is een leraar.
พ่อของฉันเป็นแพทย์ phɔ̂ɔ kɔ̌ɔng chǎn bpen phaet̄y̒ Mijn vader is een dokter.
คุณเป็นอาหารไทยชื่อดัง khun bpen aahaan thai cheuu dang Jij bent een beroemde Thaise chef-kok.

Gebruik van 'Zijn'[bewerken | brontekst bewerken]

In het Thais wordt het werkwoord 'zijn' niet altijd gebruikt zoals in het Nederlands. Soms wordt het werkwoord 'zijn' weggelaten als het duidelijk is wat er wordt bedoeld. Dit gebeurt vaak in korte zinnen.

Hieronder staan ​​enkele voorbeelden van hoe het werkwoord 'zijn' wordt weggelaten in het Thais:

  • ฉันคนไทย (chǎn khon thai) - Ik ben Thais.
  • เขาคนสวย (khǎo khon sǔuai) - Hij is knap.
  • พ่อของฉันแพทย์ (phɔ̂ɔ kɔ̌ɔng chǎn phaet̄y̒) - Mijn vader is een dokter.

Vervoeging van 'Zijn'[bewerken | brontekst bewerken]

In het Thais is het werkwoord 'zijn' onveranderlijk. Het heeft geen verschillende vormen op basis van tijd, persoon of aantal. Het blijft altijd hetzelfde, ongeacht de context van de zin.

Hieronder staan ​​enkele voorbeelden van hoe het werkwoord 'zijn' niet verandert in het Thais:

  • เขาเป็นครู (khǎo bpen khruu) - Hij is een leraar.
  • เธอเป็นนักเรียน (thoe bpen nakrian) - Zij is een student.
  • เราเป็นครอบครัว (rao bpen khraawp-khrua) - Wij zijn een familie.

Conclusie[bewerken | brontekst bewerken]

In deze les heb je geleerd hoe je het Thaise werkwoord 'zijn' op de juiste manier gebruikt in zinnen. Je hebt geleerd hoe het werkwoord wordt gebruikt, wanneer het wordt weggelaten en hoe het wordt vervoegd. Oefen deze grammaticale regel en je zult snel in staat zijn om basiszinnen te vormen in het Thais.


Andere lessen[bewerken | brontekst bewerken]


Contributors

Maintenance script


Create a new Lesson