Language/Czech/Grammar/Introduction-to-Verbs/nl
Welkom bij de les "Inleiding tot Werkwoorden" van de cursus "Complete 0 tot A1 Tsjechisch Cursus". In deze les leer je de basis van Tsjechische werkwoorden en hoe je ze vervoegt.
Werkwoorden[bewerken | brontekst bewerken]
Een werkwoord is een woord dat een actie, gebeurtenis of toestand uitdrukt. In het Tsjechisch zijn werkwoorden erg belangrijk; ze vormen de kern van de zin en bepalen de tijd en persoon.
Tsjechische werkwoorden hebben verschillende aspecten, wat betekent dat ze verschillende manieren van handelen of toestanden kunnen uitdrukken. Dit kan moeilijk zijn voor beginners, maar het is belangrijk om te begrijpen hoe deze aspecten werken om Tsjechisch te kunnen spreken en begrijpen.
Persoonlijke Voornaamwoorden[bewerken | brontekst bewerken]
Voordat we aan de vervoeging van werkwoorden beginnen, moeten we eerst de persoonlijke voornaamwoorden in het Tsjechisch leren. De persoonlijke voornaamwoorden zijn als volgt:
- Ik - Já
- Jij - Ty
- Hij - On
- Zij - Ona
- Het - Ono
- Wij - My
- Jullie - Vy
- Zij - Oni
Je zult deze voornaamwoorden vaak tegenkomen in de vervoeging van werkwoorden in het Tsjechisch.
Tegenwoordige Tijd[bewerken | brontekst bewerken]
Laten we beginnen met de tegenwoordige tijd. Om werkwoorden in de tegenwoordige tijd te vervoegen, moet je de stam van het werkwoord vinden en deze aanpassen aan de persoon en het aantal. Hier is een voorbeeld met het werkwoord "být" (zijn):
Tsjechisch | Uitspraak | Nederlands |
---|---|---|
Já jsem | Ya ysem | Ik ben |
Ty jsi | Ti ysi | Jij bent |
On/Ona/Ono je | On/Ona/Ono ye | Hij/Zij/Het is |
My jsme | Mi ysme | Wij zijn |
Vy jste | Vi yste | Jullie zijn |
Oni/Ony/Ona jsou | Oni/Ony/Ona yso | Zij zijn |
Hier is een lijst van enkele veelvoorkomende werkwoorden en hun tegenwoordige tijd vervoegingen:
Werkwoord | Uitspraak | Nederlands |
---|---|---|
dělat | dyelat | doen |
mluvit | mloevet | spreken |
jíst | yist | eten |
pít | peet | drinken |
chodit | khodiet | lopen |
vidět | viedet | zien |
Onvoltooid Verleden Tijd[bewerken | brontekst bewerken]
De onvoltooid verleden tijd wordt gebruikt om een actie of gebeurtenis in het verleden te beschrijven die nog aan de gang was of net was voltooid op het moment dat een andere actie of gebeurtenis plaatsvond.
Om werkwoorden in de onvoltooid verleden tijd te vervoegen, gebruik je de stam van het werkwoord en voeg je de juiste uitgang toe afhankelijk van de persoon en het aantal. Hier is een voorbeeld met het werkwoord "dělat" (doen):
Tsjechisch | Uitspraak | Nederlands |
---|---|---|
Já dělal/dělala | Ya dyelal/dyelala | Ik deed |
Ty dělal/dělala | Ti dyelal/dyelala | Jij deed |
On/Ona/Ono dělal/dělala | On/Ona/Ono dyelal/dyelala | Hij/Zij/Het deed |
My dělali/dělaly | Mi dyelali/dyelaly | Wij deden |
Vy dělali/dělaly | Vi dyelali/dyelaly | Jullie deden |
Oni/Ony/Ona dělali/dělaly | Oni/Ony/Ona dyelali/dyelaly | Zij deden |
Hier is een lijst van enkele veelvoorkomende werkwoorden en hun onvoltooid verleden tijd vervoegingen:
Werkwoord | Uitspraak | Nederlands |
---|---|---|
dělat | dyelat | doen |
mluvit | mloevet | spreken |
jíst | yist | eten |
pít | peet | drinken |
chodit | khodiet | lopen |
vidět | viedet | zien |
Voltooid Verleden Tijd[bewerken | brontekst bewerken]
De voltooid verleden tijd wordt gebruikt om een actie of gebeurtenis in het verleden te beschrijven die volledig is voltooid en geen invloed heeft op het heden.
Om werkwoorden in de voltooid verleden tijd te vervoegen, gebruik je de stam van het werkwoord en voeg je de juiste uitgang toe afhankelijk van de persoon. Hier is een voorbeeld met het werkwoord "dělat" (doen):
Tsjechisch | Uitspraak | Nederlands |
---|---|---|
Já udělal/udělala | Ya oedyelal/oedyelala | Ik deed |
Ty udělal/udělala | Ti oedyelal/oedyelala | Jij deed |
On/Ona/Ono udělal/udělala | On/Ona/Ono oedyelal/oedyelala | Hij/Zij/Het deed |
My udělali/udělaly | Mi oedyelali/oedyelaly | Wij deden |
Vy udělali/udělaly | Vi oedyelali/oedyelaly | Jullie deden |
Oni/Ony/Ona udělali/udělaly | Oni/Ony/Ona oedyelali/oedyelaly | Zij deden |
Hier is een lijst van enkele veelvoorkomende werkwoorden en hun voltooid verleden tijd vervoegingen:
Werkwoord | Uitspraak | Nederlands |
---|---|---|
dělat | dyelat | doen |
mluvit | mloevet | spreken |
jíst | yist | eten |
pít | peet | drinken |
chodit | khodiet | lopen |
vidět | viedet | zien |
Conclusie[bewerken | brontekst bewerken]
In deze les heb je geleerd over de basis van Tsjechische werkwoorden en hoe je ze kunt vervoegen in de tegenwoordige tijd, onvoltooid verleden tijd en voltooid verleden tijd. Het kan moeilijk zijn om de verschillende aspecten van werkwoorden in het Tsjechisch te begrijpen, maar met oefening en herhaling zul je snel vooruitgang boeken.